Kennislacunes Vleermuizen in de stad

Of het nu gaat om het formuleren van een stedelijk beleid voor de bescherming van vleermuizen of het toetsen van een ingreep op een specifieke locatie in de stad, in beide gevallen proberen we een werkbare balans te vinden tussen natuurbescherming en stedelijke ontwikkeling. Het uitgangspunt is het streven leefgebied van vleermuizen te beschermen en waar mogelijk te verbeteren. Maar wanneer er geen andere oplossingen zijn willen we eventueel verlies aan habitat compenseren met nieuw gecreëerd leefgebied voor vleermuizen. Dit kan echter alleen als we goed weten waar vleermuizen voorkomen en waarom ze specifiek daar voorkomen. Meer specifiek vraagt dit om kennis van:

  1. de aanwezigheid of verspreiding van de verschillende soorten vleermuizen.
  2. de functionaliteit van een gebied of locatie voor die vleermuizen: verblijfplaats (kraam-, paar, winter etc.), essentiële vliegroute, foerageergebied.
  3. de omvang en ontwikkeling van populaties (lokaal / regionaal / landelijk) van de verschillende soorten vleermuizen.
  4. de factoren die bepalen dat een gebied of locatie de aangetroffen functionaliteit heeft (wat maakt dat de vleermuizen precies daar zitten) en factoren die de functionaliteit kunnen verstoren.
  5. de succesfactoren van mitigerende en compenserende maatregelen: maatregelen om negatieve effecten op vleermuizen en hun leefgebied te verzachten (mitigeren) en/of nieuw alternatief leefgebied te creëren (compenseren / natuurontwikkeling).

Met de komst van de vleermuisdetector in de jaren tachtig van de vorige eeuw is het onderzoek naar vleermuizen in een stroomversnelling gekomen en is veel van de voor bescherming benodigde kennis beschikbaar gekomen. Er zijn echter nog een aantal belangrijke kennislacunes die een duurzame en praktische bescherming van vleermuizen in de weg staan. Ten aanzien van vleermuizen in de stad zijn er kennislacunes op vijf deelgebieden:

A. Populatieomvang en trends
B. Verblijfplaatsen van vleermuizen in gebouwen
C. Invloed van verlichting en geluid op vleermuizen
D. Invloed van barrièrewerking van infrastructuur
E. Essentieel foerageergebied : seizoensverschillen

 

Hoe nu verder: het vullen van kennislacunes

Een aantal kennislacunes is (deels) op te lossen door de in Nederland en buitenland beschikbare kennis op te sporen, te bundelen en te publiceren. Voor veel onderwerpen is echter nog zo weinig bekend dat er gericht onderzoek voor nodig is.

Onderstaande tabel geeft een overzicht van de geformuleerde lacunes. Waar de kennis nog niet aanwezig is kan dit ook betekenen dat de kennis weliswaar in het buitenland deels aanwezig is, maar dat deze niet op de Nederlandse bouwsituatie of stedelijke omgeving toepasbaar is.