Ruige dwergvleermuis

Uiterlijk

Het iets grotere ‘broertje’ van de gewone dwergvleermuis. Grijsbruine snoet, kleurcontrast tussen snoet en vacht kleiner dan bij gewone dwergvleermuis.

Ruige dwergvleermuis (©Rollin Verlinde)

Verspreiding

De ruige dwergvleermuis (Pipistrellus nathusii) komt vrij algemeen voor met het zwaartepunt in het noordwesten van Nederland. In stedelijke omgeving afhankelijk van bomen met holten of spleten in bos, park of laan.

Foerageergebieden

De ruige dwergvleermuis is een soort van half open bosrijk landschap. Ze jagen tot op 5 á 10 km van de verblijfplaats. Vaak jagen ruige dwergvleermuizen langs bosranden, door lanen, boven open plekken in bos en langs houtwallen. Waterpartijen en beschutte oevers vormen een belangrijk aspect van de biotoop. Bij relatief windstil weer kunnen ze tot ver boven open water jagen. Ze jagen ook graag bij straatlantaarns, maar bebouwing en ook open gebied zijn minder in trek.

Vliegroutes

Vliegroutes volgen zoveel mogelijk lijnvormige structuren.

Zomer(kraam)verblijfplaatsen

In Nederland worden ’s zomers vrijwel uitsluitend solitaire mannetjes of kleine groepjes gevonden in spleten en gaten in bomen, achter loshangend schors, boomholtes en in nest-/vleermuiskasten. Twee Nederlandse kraamgroepen bewoonden spouwmuren. (Kraam)groepen variëren van vijftig tot honderdvijftig dieren.
Ze gebruiken meerdere verblijfplaatsen en verhuizen relatief vaak.

Paarverblijfplaatsen

Roepende territoriale mannetjes en paarverblijfplaatsen zijn in Nederland gevonden in nest- en vleermuiskasten, boomholtes, achter daklijsten en betimmeringen, maar ook onder pannen of in spouwmuren. Paargebieden (concentraties paarverblijven) worden aangetroffen in waterrijke gebieden zowel in loofbossen als bebouwd gebied.

Winterverblijfplaatsen

Als winterverblijfplaats zijn gebouwen (spouwmuur, dakpannen, betimmering), houtstapels, maar ook boomholtes en nest-/vleermuiskasten bekend. Het zijn, (in ieder geval in de relatief milde Nederlandse winters), geen stabiele slapers. Ze kiezen winterslaapplaatsen waarin de temperaturen sterk kunnen variëren. Bij vorst zoeken ze dan vaak verwarmde huizen op.

Ruige dwergvleermuizen in een vleermuiskast (©Erik Korsten)

 

Migratie

Ruige dwergvleermuizen, of een deel van de populatie (met name vrouwelijke dieren), zijn echte lange afstandstrekkers die vanuit Noordoost-Europa 1500 tot 2000 km afleggen om onder andere in Nederland te overwinteren. Er zijn migratieroutes langs de kust van de Oostzee en de Noordzee. De traditionele paargebieden langs de kusten en rivieren in Europa fungeren als stapstenen voor de trekkende populaties.