Vroeger een boombewoner en achter losse bast. Nu kraamkolonies vooral in gebouwen.
Soort verblijfplaatsen / locaties
Vooral vrijstaande gebouwen in een zeer groene omgeving zoals:
• Landhuizen
• Boerderijen
• Kerken en kloosters
• Garages
Vooral achter gevelbetimmering, soms weggekropen in kieren en gaten op zolders / stallen / schuren.
Seizoen
Kraamkolonies: mei – augustus
April – oktober: Mannetjes in verblijfplaatsen (minder kwetsbaar)
Winterverblijfplaatsen: oktober - maart
Zwermperiode: augustus - september.
Expositie
Z/ZW/ZO
Hoogte
3 - 9 (15) m
Verhuizen
Vaak – zowel binnen één gebouw als tussen gebouwen. Vooral vanwege microkliomaat (te warm) en verstoring.
Optimale temperatuur
30-35 graden
Ingrepen
• Zeer gevoelig voor veranderingen aan verblijfplaatsen
o Afmetingen invliegopening
o Locatie invliegopening
- Behoud de locatie van tenminste 1 invliegopening !!!!
o Locatie t.o.v. zon (microklimaat)
- Verblijfplaats op zuiden niet verplaatsen naar andere windrichting.
• Niet zo gevoelig voor werkzaamheden in de buurt van verblijfplaats
• Mestplank mogelijk (min. 15 cm breed, min 40 cm onder invliegopening) – na aanbrengen controleren of dieren wel blijven. Bij vermindering aantal vleermuisen plank direct weer weghalen.
Periode
Geen ingreep in:
Zomerverblijfplaatsen: (april)mei – juli (augustus)
Winterverblijfplaatsen: september – april
(In periode tussen haakjes kunnen individuele dieren aanwezig zijn)
Richtlijnen nieuwe verblijfplaatsen
• Hoge temperatuur in zomerverblijfplaats: oriëntatie bij voorkeur op zuid/zuidwest, in combinatie met donkere kleur
• Meerdere microklimaten warm + koel meerdere lagen of meerdere windrichtingen
• Vlakbij bestaande verblijfplaatsen
• Aanleggen vóór ongeschikt maken bestaande verblijfplaatsen
• Hergebruik mest en hout van oude verblijfplaatsen
• overcompensatie
OVERZICHT
Kritische factoren
• giftige of irriterende verf of houtverduurzamingsmiddelen in en in de buurt van de verblijfplaats
o laat de binnenkant van de verblijfplaats onbehandeld!
• Veranderingen in microklimaat (te koud)
• Verplaatsen van de uit-invliegopening(en)
• Variatie in microklimaten
Minder kritische factoren
• Verlichting rond de verblijfplaats.
• Omvang van de verblijfplaats- mits voldoende aanbod van verblijfplaatsen met verschillende microklimaten is aanwezig.
Voor de renovatie (algemeen)
• Onderzoek functie en locatie van de verblijfplaatsen
• Onderzoek in/uitvliegopeningen
• Onderzoek eventuele potentiele alternatieve verblijfplaatsen in de directe omgeving
Tijdens de renovatie
• Geen werkzaamheden in/aan verblijfplaats als kraamkolonie / vleermuizen aanwezig zijn.
• Tenminste 1 invliegopening per verblijfplaats moet toegankelijk blijven
• Behoud hangplekken
Na de renovatie
• Ingreep geaccepteerd?
• Populatie monitoren