Na-Isoleren

Maatregelen om het milieu te sparen zijn meestal ook goed voor de natuur. In enkele gevallen kunnen er echter ook conflictsituaties optreden. Windmolenparken, bedoeld om duurzame energie op te wekken en de uitstoot van CO2 te verminderen kunnen een ernstige bedreiging zijn voor vogels en vleermuizen. Wanneer een windmolenpark op een verkeerde locatie wordt geplaatst kunnen jaarlijks honderden dieren gedood worden door de snel rond draaiende wieken.
In de praktijk worden steeds vaker plannen voor duurzame energie tegengehouden of vertraagd door natuurbeschermers. Niet dat de laatsten niet voor duurzame energie zijn, maar in veel gevallen ontbreekt bij de plannen voor een windmolenpark een goed onderzoek naar de gevolgen voor de natuur en kunnen door het slimmer kiezen van een locatie onnodige slachtoffers voorkomen worden.

Een andere CO2-uitstoot beperkende maatregel die in toenemende mater wordt uitgevoerd kan echter een nog veel grotere bedreiging vormen voor een aantal vleermuissoorten: na-isolatie en grootschalige renovatie.
Om te voorkomen dat alle warmte in een huis direct door de muur naar buiten gaat worden sinds 1900 huizen gebouwd met spouwmuren en worden zolders vaak afgetimmerd. De muren van een huis bestaan dan in feite uit twee muren: de buitenmuur en de binnenmuur met daartussen een loze ruimte van een aantal cm. Deze dubbele muur (of spouwmuur) en de dubbele daklagen werken isolerend.
Vanaf de jaren zeventig worden bij de bouw van huizen de spouwmuren en daklagen extra geïsoleerd door het aanbrengen van isolatiemateriaal, maar in veel oudere panden zijn de muren en daklagen nog leeg.
Gebouwen bewonende vleermuizen, zoals de gewone dwergvleermuis en de laatvlieger, zijn typische bewoners van spouwmuren en daklagen. Via kieren in de muur en het dak vinden zij toegang tot deze ruimten en verblijven daar in de zomer, brengen er hun jongen groot of houden er de winterslaap. Meestal merken de mensen die in het huis wonen daar niets of vrijwel niets van, ook al wordt de spouwmuur al tientallen jaren door een kraamkolonie van bijna honderd vleermuizen bewoond.
Deze vleermuizen en hun verblijfplaatsen worden door de Flora- en faunawet beschermd. Dit betekent dat voor wanneer een gebouw dat gesloopt of gerenoveerd moet worden ook door vleermuizen wordt bewoond er maatregelen genomen worden om de vleermuizen te beschermen. Voorkomen moet worden dat de vleermuizen bij de sloop omkomen en tijdens en na de sloop moet een vervangende verblijfplaats aangeboden worden. Omdat je aan een gebouw niet kunt zien of er vleermuizen in de spouwmuur of onder de pannen zitten moet er wanneer een gebouw voor vleermuizen geschikt is onderzoek naar de aanwezigheid van vleermuizen worden uitgevoerd. Bij de sloop van gebouwen is dit algemeen bekend en wordt een dergelijke onderzoek meestal uitgevoerd.

Bij renovatie en na-isolatie worden ook werkzaamheden uitgevoerd waardoor vleermuizen opgesloten of buitengesloten worden, hun verblijfplaats vernietigd wordt of vleermuizen zelfs direct gedood worden:
- ventilatieopeningen en kieren in muren en daken worden dichtgemaakt of van een rooster voorzien;
- spouwmuren of daken worden geheel of gedeeltelijk opengebroken en met plaatvormig isolatiemateriaal bekleed;
- spouwmuren worden volgespoten met fijnkorrelig isolatiemateriaal.
Ook voor deze werkzaamheden geldt de Flora- en faunawet en is het verplicht om onderzoek naar vleermuizen te laten doen en beschermende maatregelen te nemen wanneer vleermuizen aanwezig zijn.
Bij grootschalige renovatieprojecten wordt dit gelukkig steeds vaker gedaan, maar bij na-isolatie projecten nooit of zelden. En dat terwijl het volspuiten van een spouwmuur met isolatiemateriaal voor de aanwezige vleermuizen erg nadelig is.

 

Oproep

Voor dit vleermuisitem beschikken wij nog niet over een voorbeeldproject met foto. Heb je meer informatie over dit onderwerp of een voorbeeld, liefst met illustraties, laat het ons dan weten op het volgende mailadres: info@zoogdiervereniging.nl. Samen werken we aan het verder ontwikkelen van kansen voor vleermuizen in de stad.