Jaarcyclus van vleermuizen

Vleermuizen gebruiken dus een netwerk van deelleefgebieden met verschillende functies. Ze volgen daarbij een duidelijke seizoenscyclus: beginnend bij winterslaap, achtereenvolgens trek, balts- en paartijd (sommige soorten), kraamperiode, balts- of paartijd (weer andere soorten), trek en tenslotte weer winterslaap, zie onderstaand tijdschema.

 

De perioden van trek, balts en paring overlappen, en ook in de winter wordt wel gepaard. De globale cyclus is weergegeven in bovenstaand schema. Hierbij moet wel worden bedacht dat de daadwerkelijke start en einde van de perioden van jaar tot jaar en van soort tot soort verschillen.

Tekstkader

Het netwerk van de door een kraamgroep gebruikte verblijfplaatsen is door vliegroutes onderling verbonden en verbonden met de specifieke habitats en landschappen die als foerageergebied worden gebruikt. In de winter verplaatsen dieren zich naar winter-verblijfplaatsen. Soms wordt er ook tussen winterverblijfplaatsen gewisseld. In de figuur hiernaast is dit systeem voor een soort als de watervleermuis, één van de soorten die in de zomer kraamkolonies in bomen vormt, geïllustreerd.

Uitwisseling tussen de naburige kolonies via vrouwelijke dieren is zeldzaam. Toch is de landschappelijke verbinding tussen naburige kolonies een voorwaarde. Aan het netwerk van zomerverblijfplaatsen, foerageergebieden en vliegroutes van de groep in de zomer, hangt vervolgens een grootschaliger netwerk van paargebieden en paarverblijven, zwermlocaties, winterverblijven en de verbindingroutes daartussen. Voor de watervleermuis zijn het voornamelijk ondergrondse ’grotachtige’ objecten, zoals de forten, die als paargebied, zwermlocatie en winterverblijf worden gebruikt.
 

afbeelding netwerken toevoegen