Met betrekking tot de locaties van verblijfplaatsen ontbreekt over het algemeen de volgende kennis:
• Verspreiding en dichtheden van verblijfplaatsen in stedelijk gebied.
De data in verspreidingsatlassen betreft voornamelijk foeragerende vleermuizen. De verspreidingsgegevens van verblijfplaatsen zijn slechts heel beperkt beschikbaar. Dit bemoeilijkt bijvoorbeeld het doen van uitspraken over eventuele uitwijkmogelijkheden voor vleermuizen.
• Winterverblijfplaatsen van laatvlieger, gewone dwerg, ruige dwerg, tweekleurige vleermuis.
Uit incidentele vondsten in is bekend dat deze soorten in gebouwen overwinteren, maar de locaties, de typische kenmerken van deze gebouwen en de aantallen daarin overwinterende vleermuizen zijn grotendeels nog onbekend.
• Waar zijn de paarplaatsen van laatvlieger / tweekleurige vleermuis?
Het paargedrag van laatvliegers is nog vrijwel onbekend, waardoor eventuele paarplaatsen niet opgespoord kunnen worden. Van de tweekleurige vleermuis is het gedrag wel bekend, maar doordat de paarperiode (november / december) ver buiten het seizoen met het meest detectorveldwerk (april – september) valt, is er weinig onderzoek naar gedaan.
• Waar zijn de kraamverblijfplaatsen laatvlieger en tweekleurige vleermuis?
Bij beide soorten is het voor de meeste vleermuizen kenmerkende zwermgedrag bij de verblijfplaats erg lastig waar te nemen, waardoor kraamverblijfplaatsen makkelijk over het hoofd worden gezien.